Ard Verheijen



1. Hoe heet je?
Ard Verheijen

2. Hoe oud ben je?
Ik ben van 17 juli 1976, nog net 37 jaar dus.

3. Waar woon je?
Tilburg.

4. Wat doe je voor de kost?
Ik ben belangenbehartiger bij Sportvisserij Zuidwest Nederland en hou me dus beroepsmatig bezig met mijn grootste hobby!


5. Wanneer begon je met met vissen?
Dat weet ik niet precies meer. Zal eind basisschool geweest zijn. Toen gooiden mijn knieën roet in het eten wat betreft mijn geplande glanscarrière bij Ajax. Daarop ben ik gaan vissen. Kon ook natuurlijk niet anders met ome Thieu als voorbeeld. Samen met mijn broer Ruud en neef Stefan fietsten we naar de “inham” (zwaaikom bij Someren). Later gingen we naar Sluis 10.

6.Wat is je favoriete discipline binnen het vissen?
Met de vaste stok! Ik ben geen feederhater zoals sommigen binnen de wedstrijdgroep. Ik vis er zelfs best graag mee en haal er ook wel aardige resultaten mee. Maar er gaat wat mij betreft niks boven het vissen met de vaste stok. En dan bij voorkeur op grote vis; brasem, karper of zeelt.

7.Hoe groot was je grootste vis?
Dat moet de conger zijn die ik ving vanaf de boot in Ierland. Ik schat dat die toch wel 1,50 m was. Overigens moet ik toegeven dat mijn vriendin Marylou het meeste van de hele boot ving, ondanks haar zeeziekte! Beginnersgeluk zullen we maar zeggen.

8. Wat is je favoriete vis?
Dat is zonder twijfel de zeelt. Supermooi en bovendien een sterke vis. Dat je die niet zo vaak vangt maakt het nog mooier er een te vangen. Tijdens wedstrijden gaat mijn voorkeur uit naar brasem (kilo´s!).

9. Waar vis je het liefst?
Ik vis graag op onze visvijver. Ik merk wel dat de visserij er aan het veranderen is. En hoe ik daarmee om moet gaan heb ik nog niet helemaal door. Ook vis ik graag op karperputten in Nederland en België. Het Witven in Beerse (waar we vorig jaar onze afsluitingswedstrijd hadden), ´t Mun en De Sprong zijn voorbeelden van vijvers waar ik graag vis. In de winter vis ik graag op blankvoorn in havens zoals Brielle en Drimmelen. Een eindje uit de richting maar ik probeer het te combineren met afspraken die ik voor mijn werk maak. Op die manier lukt het me wel om een paar keer per winter daar te vissen. Overigens ben ik zeker geen specialist op dat gebied. Daarvoor vis ik er te weinig en ontbreekt het me aan de techniek. Ik viste eigenlijk altijd het liefst op de verschillende kanalen (Zuid-Willemsvaart, Amertak, Ammerse Boezem enz.) maar de vangsten zijn daar zo teruggelopen dat ik al jaren niet meer op een kanaal gevist hebt!

10. Wat is je beste vangst ooit?
Een paar weken terug ving ik nog 59,1 kg tijdens een wedstrijd in Schelle (B). De vangst bestond uit drie knotsen van windes en de rest brasem. Tijdens een koppelwedstrijd in Baal (B) heb ik nog eens bijna 84 kg karper gevangen.
Op de visvijver is mijn record 55 kg (met de feeder!) tijdens het Koningsvissen van 2009. Mijn doel is nog steeds om het inmiddels stokoude record van Theo Aarts (2005: 60,2 kg in vier uur) te verbeteren maar dat zal wel onmogelijk zijn….

11. Wat is je favoriete voer en aas?
Casters! Ik hang ook wel eens maïs of pellets aan de haak en op karperputten vis ik geregeld met smac en deeg. Maar de caster blijft mijn favoriete aas. Met de feeder vis ik trouwens uitsluitend met boilies, dan neem ik niet eens casters mee! Voer maakt me weinig uit. Gewoon iets met vismeel.

12. Heb je een "geheim wapen"?
Eigenlijk niet. Ik probeer wel elke keer iets nieuws te bedenken. Zeker het vissen op karperputten heeft me wel wat nieuwe dingen geleerd die ik ook op de vijver gebruik. Maar daar is niks geheim aan.

13. Is er nog iets dat je kwijt wil?
Ik ben blij dat de wedstrijdgroep de laatste jaren langzaam maar zeker groeit. Een paar jaar terug waren we al blij met 10 deelnemers. Nu doet meer dan het dubbele hiervan mee! Ook de onderlinge sfeer vind ik erg goed; geen gezeur en gemopper. Ook ben ik niet meer de jongste. Zo´n 20 jaar was ik de jongste deelnemer. Kortom, ik denk dat het goed gaat met het wedstrijdvissen in Asten. Wat ik wel jammer vind is dat er zo´n tegenstelling is tussen de wedstrijd- en karpervissers. Ook het bestuur zou wat beter mee kunnen denken. De visvijver is voor iedereen en wij wedstrijdvissers moeten daar rekening mee houden maar er moet toch meer mogelijk zijn.